Doelstelling

Het familieservicepunt GGZ heeft tot doel: het verbeteren en versterken van de ondersteuning van naastbetrokkenen.

Het Mantelzorgsteunpunt GGZ heeft tot doel: het verbeteren en versterken van de ondersteuning van naastbetrokkenen.

De noodzaak wordt erkend. Familieleden hebben het zwaar vanwege de ernst en de duur van de stoornissen. Zij worden genoodzaakt hun levenswijze drastisch te herzien. Velen geraken in een crisis en er zijn gevallen dat naastbetrokkenen in conflict raken met cliënt. In deze tijd  wordt de steun aan familieleden vooral verzorgd door familieorganisaties en GGZ-instellingen. Het kan en moet beter. Uiteindelijk komt dit ook ten goede aan de cliënten

De doelgroep van het Mantelzorgsteunpunt GGZ Breda e.o. bestaat uit alle naastbetrokkenen van patiënten met een ernstige psychische kwetsbaarheid. Bij het Trialoog Mantelzorg Servicepunt GGZ Breda e.o. kunnen ook niet-cliënten van GGz-Breburg terecht en mensen waarvan het familielid niet langer in behandeling is. Het kan gaan om mensen die behandeld zijn geweest bij de PAAZ van het Amphia-ziekenhuis, bij Novadic-Kentron, die hebben verbleven bij de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang of die bekend zijn bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

De verbetering en versterking van de ondersteuning aan naastbetrokkenen moet daarbij voldoen aan de volgende kwaliteitseisen: een systeemgerichte benadering, inzet ervaringsdeskundigheid gericht op het herstel van het sociaal netwerk waarbij sociale netwerkstrategieën worden gebruikt.

Context

visie GGZ Nederland

In maart 2009 heeft GGZ Nederland haar visie op de langdurende zorg aan mensen met ernstige psychische aandoeningen gepubliceerd. In die visie erkent GGZ Nederland het belang van een betrokken sociale omgeving. GGZ Nederland beschouwt naastbetrokkenen als bondgenoot voor cliënt en hulpverlener, tenzij dit vanwege individuele situaties niet wenselijk is. En soms hebben naastbetrokkenen zelf steun nodig. Zo helpt 70% van de familieleden de patiënt bij de dagelijkse levensverrichtingen en 44% bij de begeleiding naar ambulante zorg. Daarnaast controleert 33% van de familieleden de medicatietrouw en biedt 37% steun bij de behandeling of beslist daarover. Naast het belang om naastbetrokkenen structureel te betrekken bij de hulpverlening is het van belang om meer aandacht te hebben voor de ondersteuningsbehoeften van naastbetrokkenen zelf. Hierbij denkt men aan het organiseren van respijtzorg, psycho-educatie of gespreksgroepen.*

 

*Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap. Visie op de (langdurende) zorg aan mensen met ernstige psychische aandoeningen, GGZ Nederland, maart 2009, pp. 22-23